Sonnet voor een vader

Een vader

Een vader

De tijd was al even getikt als het onmogelijk verlangen naar je jongenstijd
Verboden verzuchtingen die de opgekropte stilte steeds luider overstemden
Die de man die je ooit was overmanden tot jij die eens mijn moeder temde
Niet meer was dan een minnaar zonder lief, met zijn hele wezen in strijd

We droegen je zus ten grave — als kind had je nog voor haar genezing gebeden
En toen je niet verhoord werd je duivels ontbonden en het geloof afgezworen
Je stond krom in het schip van de kerk en de kanker kon je snikken smoren
En je plots te ruime kostuum verried dat jij als volgende in rij zou verleden

Je wist je langzaam uitgewist en je verstikte in nijdige sneren
Met de zin van de leraar die geen leerlingen meer kon leren
Hoe de woorden van Verlaine weenden in zijn hart

Ik treuzel naar Mechelen waar jij het besterft wanneer je broer mij belt
Jij blaast je laatste adem uit en ik verzwelg in de tunnel onder ‘t Scheld
Wijl jij droomt van een betere dood in Venetië

Vorige
Vorige

Brief aan Juliana Lumumba

Volgende
Volgende

Requiem for T