Pépé maakt een entree

Pépé voor Motorrijder

Pépé voor Motorrijder

We horen Pépé al voor hij de hoek om gereden komt: de ingehouden grom van zijn V8 verraadt hem. Hij komt aan in stijl: kap naar beneden, pilotenbril op, de witte haren die hem nog resten netjes getrimd. De grijns om zijn gezicht nog exact dezelfde als dik 25 jaar geleden. Aan mijn moeder zie ik dat die grijns nog precies hetzelfde effect heeft als toen.

Toen: een kwarteeuw geleden namen Pépé en nonkel E een film op in Mechelen. De crew kwam die zomer elke donderdagavond bij mekaar op het terras van Het Klapgat, de laatste jazzkroeg in Mechelen. Mijn broer en ik hingen daar dan ook rond, als ‘de neefjes van’. Wij hielden van die sfeer van de filmmakers. Wij hielden ook van de traktaties, de hele avond lang, voor de toen altijd berooide neefjes.

Op zo’n donderdagavond toen: Pépé komt een paar uur later aan dan de rest. De mooiste vrouw van de bende - ik was ongeveer half haar leeftijd en had elk meisje van mijn leeftijd meteen omgeruild voor een nacht met haar - vloog Pépé rond de hals. Hij bleef onbewogen en fluisterde iets in haar oor. Zij verstijfde en haar gelaat bevroor. Zij draaide zich bruusk om, pakte haar jas en vertrok. Om twee minuten later terug te komen omdat ze haar handtas vergeten was. En iedereen wist: volgende draaidag zou zij het hem allemaal vergeven hebben. En ik dacht: Pépé maakt nooit een onopgemerkte entree.

Pépé was de cameraman van de crew. Je hoefde hem nooit lang te zoeken op het terras: de plaats waar het meest werd gelachen. En als je hem zelf niet meteen zag, kon je zien waar hij zat aan de bezetting rondom. Waar de schminkster rondcirkelde. En het scriptmeisje. En de vrouwen en lieven van de rest van de crew. En de figurantes, de eeuwige bijrollen, maar voor de laatste keer, want déze keer ging het lukken, déze film ging nu echt de springplank zijn naar de hoofdrol die ze in zich hadden, deze keer wél. En dan knikte Pépé, jaja zeker!, de volgende keer zeker wel.

Vandaag parkeert Pépé een halve meter van de borduur want ja, die velgen. Vraagt dan vanuit de auto: “Het gaat regenen zeker?”
Met een druk op een knop start hij een mechanische choreografie die ruiten naar boven duwt, koffer openmaakt, dak uit de koffer tovert en de cabrio in een elegante coupé verandert in een handvol seconden. Hij stapt uit, rode raceschoentjes aan de voeten, die goddelijke grijns op het gezicht en begroet ons: “Bon. Nu dat jullie dat allemaal kunnen zien hebben en nog onder de indruk zijn: waar kan ik even naar het toilet? Ik moet rap zijn of mijn stoma begint te lekken.”

Pépé maakt nooit een onopgemerkte entree.

Geen prostaat die daar iets aan kan veranderen.

Vorige
Vorige

Rasputin of Ma Baker

Volgende
Volgende

Moeder waarom schrijven wij?