Bovenbuur

Jij verlicht mij, vierkant.
Jij rondt mij
af – draait mij
binnen beneden jou.

Woorden krijgen zin,
zinnen worden zonde.
Bij monde van onze lippen
verbranden kaarsen zich bij wijn.

Met het strelen van de snaar
strijkboog je de vrouw in jou
tot het meisje van 1000 jaar
diep. Ik val in verwondering

onder en voor jou,
mijn boven-
buur lief.

Vorige
Vorige

Straf

Volgende
Volgende

De zwartwitte prins